Mensen vinden het nooit fijn om iets te moeten inleveren of opgeven. Dat geldt voor dingen waar iemand blij mee is, bijvoorbeeld die jas die zo lekker zit maar wel versleten is. Het geldt ook voor dingen waar iemand niet heel blij mee is, bijvoorbeeld een slechte gewoonte. Of de ruzie met een bepaald persoon die altijd op dezelfde manier verloopt.
De reden hiervoor is dat hetgene wat mensen nu hebben, vertrouwd is. Het geeft een bepaalde zekerheid of veiligheid. Je weet immers nooit wat je ervoor terugkrijgt als je het oude wegdoet. Stel dat iemand geen chocola meer met vriendinnen gaat eten, of geen bitterballen meer bestelt met vrienden, hoe moet dat moment er dan uit gaan zien? Of als iemand zijn werkdag niet meer start met het behandelen van de e-mail (wat hem vaak de hele ochtend kost), hoe moet hij dan beginnen? Daar heb hij geen beeld bij, geen gevoel.
Nieuwe gewoontes in gedachten oefenen
Omdat iemand er nog geen beeld bij heeft, is de kans groot dat hij zijn oude gewoontes houdt. Zelfs als die nadelen hebben, of als hij er keer op keer spijt van heeft achteraf. Een hulpmiddel om dit te doorbreken, kan zijn om zich eerst eens levendig voor te stellen hoe de nieuwe gewoontes en gedrag gaan worden. Dat fantaseren zorgt ervoor dat het ‘nieuwe’ al een beetje gewoon kan worden. Zeker als iemand het elke keer doet voordat hij zijn oude gewoonte start.
Er komt een moment dat iemand de nieuwe gewoontes zo vaak voor zich heeft gezien, dat het volkomen normaal voelt om het ook echt te doen. Zonder strijd of onzeker gevoel.
Het kan leuk zijn om zelf een tijdje te oefenen met deze methode, en te ervaren hoe het werkt. Met welke gewoonte zou je dat willen doen?